Dieptrekken
Bij dieptrekken wordt een matrijs gebruikt die een speciaal ontworpen vorm heeft, die het te vervaardigen product moet krijgen. Daarnaast is er een stempel, dat een tegengestelde vorm heeft en dus in de matrijs past. Het te bewerken materiaal: de blenk, wordt op de matrijs geplaatst en door een houder op zijn plaats gehouden. Vervolgens drukt een pers het stempel naar beneden. Hierdoor wordt de blenk tussen matrijs en stempel ingeklemd. Als de pers verder omlaag beweegt, wordt de blenk in de vorm van de matrijs geperst. Doorgaans zijn nog meer hulpmiddelen nodig, zoals een plooihouder, die voorkomt dat er plooivorming ontstaat. Bij grote benodigde vervormingen is het soms ook nodig om met meerdere 'trekken' te werken.
Het materiaal dat diepgetrokken wordt, kan afhankelijk van de uiteindelijke vorm extreem vervormd worden. Indien extreme vervormingen nodig zijn, zijn speciale metaalsoorten nodig. Doordat het materiaal met grote kracht over de randen van de matrijs getrokken wordt, is vaak goede smering van het oppervlak nodig, om te voorkomen dat de matrijs en stempel onnodig snel slijten, of dat de blenk scheurt of aan de matrijs vastvreet.